indien bijvoorbeeld in stemovereenkomsten is vastgelegd dat persoon A altijd hetzelfde zal stemmen als persoon B, dan betekent dit feitelijk dat het belang van deze twee personen bij elkaar opgeteld kan worden. Komt dan het stemrecht boven de 25%, dan kan je die persoon als UBO aan merken
Voorkom narigheid door goed onderzoek te doen naar de UBO
Een cruciaal onderdeel van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is de identificatie van de Uiteindelijk Belanghebbende (UBO). Deze taak is een fundamenteel onderdeel van het cliëntenonderzoek. De algemene definitie van ‘uiteindelijk belanghebbende’ is vastgelegd in artikel 1 van de Wwft, waarbij elke natuurlijke persoon die uiteindelijk eigenaar of zeggenschap heeft over een cliënt, of voor wiens rekening een transactie wordt verricht, als UBO wordt beschouwd.
De complexiteit van het vaststellen van een UBO is vanwege de diverse manieren waarop iemand deze status kan verkrijgen, zoals door het bezit van meer dan 25% van de aandelen, stemrechten, of via andere middelen die significante invloed verlenen. In situaties met meerdere aandeelhouders zijn stemovereenkomsten en aandeelhoudersovereenkomsten essentiële instrumenten.
Deze pagina dient als een inleiding tot de complexe, maar uiterst belangrijke taak van het identificeren van UBO’s b. Het biedt een overzicht van de wettelijke basis, de uitvoeringsregels en de praktische uitdagingen waarmee professionals geconfronteerd worden. Door de uiteenlopende scenario’s en voorbeelden te verkennen, krijg je inzicht in de nuances van de UBO identificatie en de cruciale rol die spelen in het voorkomen van financiële misdrijven.
UBO’s bij besloten vennootschap en naamloze vennootschappen
In eerste instantie zijn de natuurlijke personen met meer dan 25% van de aandelen, stemrechten of een eigendomsbelang de UBO’s. Dat wil niet zeggen dat natuurlijke personen die een lager percentage aan aandelen, stemrechten of eigendomsbelang in een vennootschap houden, niet als UBO kunnen worden aangemerkt.
In een situatie waarin er meerdere aandeelhouders zijn en geen van ze heeft meer dan 25% aandelen, dan dien je na te gaan of een van de personen op andere wijze feitelijke zeggenschap heeft in BV-Cliënt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen op basis van
contractuele betrekkingen of dat voor een bepaald ontslag, goedkeuring van de bestuurder nodig is.
Stemovereenkomsten
Overeenkomsten
In aandeelhoudersovereenkomsten kan nadere informatie zijn vastgelegd die van belang is om te beoordelen of iemand UBO
Interview directie
De directie kan aangeven wie feitelijk het beleid bepaalt.
Van belang is dat een instelling de maatregelen vastlegt die zijn genomen om de UBO’s van een cliënt te achterhalen. Dit volgt uit artikel 33 Wwft. Indien na uitvoerig onderzoek blijkt dat geen UBO kan worden vastgesteld, dan kan een bestuurder als UBO worden aangemerkt.
Indirect uiteindelijk belang in een vennootschap
In de 4e anti-witwasrichtlijn is bepaald dat het houden van meer dan 25% van de aandelen of eigendomsbelang in een vennootschap door tussenkomst van een juridische entiteit, waarover dezelfde natuurlijke persoon of personen de zeggenschap hebben, een indicatie is van een indirect uiteindelijk belang in een vennootschap.
UBO bij kerkgenootschappen
Tot de natuurlijke personen die in elk geval als UBO van een kerkgenootschap moeten worden aangemerkt, worden de natuurlijke personen gerekend die bij ontbinding van het kerkgenootschap als rechtsopvolger in het eigen statuut zijn benoemd, gelet op een potentieel eigendomsbelang van deze natuurlijke personen.
De 4e Richtlijn biedt de opties, wanneer alle mogelijkheden zijn geprobeerd, dat de natuurlijke personen die als bestuurder staan vermeld in het statuut van het kerkgenootschap, als UBO aangemerkt mogen worden.
Vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij, coöperatie en stichting
De natuurlijke personen van een vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij, coöperatie of stichting kunnen worden aangemerkt als UBO, wanneer zij:
- het direct of indirect houden van meer dan 25% van het eigendomsbelang in de rechtspersoon;
- het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25% van de stemmen;
- het kunnen uitoefenen van feitelijk zeggenschap over de rechtspersoon
In veel gevallen waarbij de stichting een ideële of sociale strekking heeft, zal veelal geen UBO direct kunnen worden aangewezen. Dit betekent dat de voorzitter van het stichtingsbestuur (als hoger leidinggevend personeel) als UBO moet worden aangemerkt.
Stichting administratiekantoor
Bij een STAK is het juridische en economische eigendom gesplitst. Het economische eigendom berust bij de certificaathouder, het juridische eigendom (en daarmee het stemrecht) bij de stichting.
Certificaathouders zijn niet gerechtigd tot het vermogen van de stichting, maar alleen op een recht of aandeel in de winst van de onderliggende rechtspersoon die de stichting beheert. De certificaathouder is economisch eigenaar van de onderliggende aandelen. De certificaathouder kan als UBO kwalificeren indien de door hen gehouden certificaten een kapitaalbelang van meer dan 25% vertegenwoordigen. Onder omstandigheden kan de bestuurder van een STAK tevens als UBO worden aangemerkt van de onderliggende vennootschap als hij feitelijk het beleid kan bepalen.
Voor het juridische eigendom stel je de persoon die meer dan 25% stemrecht heeft vast als UBO.
Personenvennootschappen
Bij personenvennootschappen kan worden gedacht aan de maatschap, vennootschap onder firma (v.o.f.) en commanditaire vennootschap (c.v.). Bij personenvennootschappen is geen sprake van aandeelhoudersbelangen maar van eigendomsbelangen. De belangen zijn evenredig verdeeld. De UBO’s zijn dus altijd alle maten of vennoten.
Buitenlandse bedrijven
Voor buitenlandse bedrijven voegt het internationale aspect een extra laag van complexiteit toe aan het identificeren van UBO’s. De beschikbaarheid van informatie kan variëren, afhankelijk van het land, wat het proces ingewikkelder maakt. Het is belangrijk om een uitgebreid onderzoek te doen naar de eigendoms- en zeggenschapstructuur van buitenlandse entiteiten. Dit kan inhouden dat er diepgaander moet worden gezocht in buitenlandse registers, documenten, en soms zelfs het afnemen van interviews met de directie om de feitelijke zeggenschap te bepalen.
Bij het identificeren van een UBO moeten diverse informatiebronnen geraadpleegd worden, waaronder stemovereenkomsten en aandeelhoudersovereenkomsten die inzicht kunnen geven in de onderlinge relaties en de feitelijke zeggenschap binnen een onderneming.
Wat te doen wanneer niemand voldoet aan UBO criteria?
Mocht het onmogelijk zijn een natuurlijk persoon te identificeren die aan de UBO-criteria voldoet, dan wordt het hoger leidinggevend personeel als laatste toevlucht als UBO aangemerkt, met de nadruk dat dit een uitzonderlijke maatregel is. Zorg ervoor dat er verder weinig of geen indicaties zijn van hoog risico’s.